Terug

Beroepsgeheim

Medisch beroepsgeheim

Het beroepsgeheim blijft altijd gelden, ook wanneer de vertrouwensrelatie beëindigd is of als de arbeidsovereenkomst afgelopen is.

Informatie waarbij alle concrete namen en details zijn weggelaten, zodat het een situatiebeschrijving in algemene termen wordt, behoort niet tot het beroepsgeheim. De volgende informatie is wel geheim:

  • Alles wat nadrukkelijk of stilzwijgend aan de vertrouwenspersoon werd toevertrouwd
  • Alle informatie die gezien of gehoord wordt
  • Informatie over derden
  • Fabrieksgeheimen, zoals de formule van een product, geneesmiddel, etc.

U schendt het beroepsgeheim wanneer u opzettelijk geheimen bekendmaakt, ook wanneer u niet de bedoeling heeft om iemand schade of nadeel te berokkenen. Hoe u een geheim kenbaar maakt, is van geen belang. Er zijn vier situaties waarin u een geheim toch mag prijsgeven:

  • Voor een rechtbank of een parlementaire onderzoekscommissie, als het onderzoek dat vereist bij ouders van een minderjarige, aangezien zij aansprakelijk zijn en beslissingsrecht hebben over fundamentele aspecten van de opvoeding zoals onderwijs en gezondheid
  • Als de betrokken persoon akkoord gaat, wilsonbekwaam is of er een noodsituatie dreigt
  • Om leidinggevenden op de hoogte te brengen; zo bestaat er een gedeeld beroepsgeheim als de leidinggevende ook deelneemt aan de hulpverlening

Wat bij minderjarigen?

 Minderjarigen jonger dan 12 jaar:
De ouders of voogd(en) hebben altijd recht op informatie over de minderjarige.

Minderjarigen van 12, 13, 14 of 15 jaar:
De ouders of voogd(en) hebben recht op informatie die belangrijk is voor hun rol als opvoeder. De arts hoeft geen informatie te delen als hij vindt dat het in strijd is met de zorg van een goed hulpverlener.
De minderjarige moet zelf toestemming geven aan de huisarts om gegevens met andere mensen te delen. De ouders en het kind kunnen aanvragen om het medisch dossier te bekijken. Het kind kan bezwaar maken tegen dat de ouders het dossier kunnen inzien. 

Deze groep minderjarigen mag niet zelfstandig een behandelingsovereenkomst sluiten. Dat doen de ouders of voogd(en) namens de minderjarige. Voor elke actie die hoort bij het uitvoeren van de behandelingsovereenkomst, moeten zowel de minderjarige als de ouder(s)/voogd(en) toestemming geven aan de arts. Van tevoren vertelt de huisarts hen over wat de behandeling inhoudt.

Minderjarigen van 16 of 17 jaar:
De ouders of voogd(en) hebben geen recht op informatie. De minderjarige heeft het recht op geheimhouding. Een patiënt van 16 of 17 jaar moet op dezelfde wijze behandeld worden als een meerderjarige.

Minderjarigen die wilsonbekwaam zijn (12 tot 18 jaar):
De ouders of voogd(en) hebben altijd recht op informatie over minderjarigen die wilsonbekwaam zijn. Voor alle wilsonbekwame minderjarigen van 12 tot 18 jaar geldt dat hun ouders of voogd(en) met de huisarts afspraken maken over hun zorg en gezondheid.

Informatie delen met ouders na echtscheiding:
Na een echtscheiding houden meestal beide ouders het ouderlijk gezag over hun kind(eren). Ze zijn dan allebei wettelijk vertegenwoordiger en hebben recht op informatie volgens de regels die hierboven staan.

De hoofdregel is dat beide ouders moeten instemmen met de behandeling van de minderjarige. Maar het belang van het kind staat altijd voorop. Als het kind met één van de ouders naar een afspraak komt, dan mag de arts ervan uitgaan dat deze ouder ook namens de andere ouder spreekt. Dit geldt ook als de ouders zijn gescheiden. Alleen als de arts aanwijzingen heeft dat de ouder die er niet bij is een andere mening heeft, dan moet hij deze ouder expliciet om toestemming vragen. Er geldt wel een uitzondering: als het kind in direct gevaar is, kan de arts het kind behandelen zonder toestemming van allebei de ouders.